Inspiratie voor een schrijver komt soms uit de vreemdste hoeken. Wat startte als een drang om een piramidevormig vogelvoerhuisje te timmeren voor in mijn achtertuin, eindigde in de aanschaf en het lezen van een vijftal wetenschappelijke boeken over de piramiden van Gizeh. (om de goede fysieke maten over te nemen om tot een correct schaalmodel te komen).
Eerder had ik al vernomen dat die piramiden niets te maken hebben met de plaats waar farao’s begraven zouden zijn en deze vijf schrijvers bevestigden dat, hoewel enkele ook niet weten wat de werkelijke functie dan precies wél is.
Over één ding zijn ze het eens: de piramiden zijn géén graftombes, hoewel de Egyptische regering alle moeite doet die leugen rechtop te houden vanwege het feit dat de staatskas gevuld wordt door Amerikanen, Chinezen en Japanners.
Die leugen blijkt hardnekkig te zijn. Elke toerist is er van overtuigd dat het geheimzinnige graftombes zijn, hoewel er nog nooit een mummie of een hiëroglief in een piramide gevonden is.
Dit ondanks de grote moeite die deze vijf schrijvers zich hebben getroost om in hun wetenschappelijke werken het tegendeel aan te tonen.
Deze vijf wetenschappers en hun door mij aangeschafte werken zijn:
1 Voorjaar 2017: The great pyramid of Giza, door Willem Witteveen.
ISBN 978-19-39149-62-6 uit 2016.
2 11 november 2017: The Giza power plant, technologies of Ancient Egypt door Christopher Dunn. ISBN 978-1-879181-50-2 uit 1998.
3 24 januari 2018: Forgotten civilization, door Robert M. Schoch.
ISBN 978-1-59477-497-3 uit 2012.
4 28 augustus 2018: Het geheim van de piramiden, door Robert Bauval.
ISBN 978-90-4390-970-9 uit 2007.
5 17 oktober 2018: De boodschap van de Sfinx, sleutel tot de oorsprong van onze beschaving.
door Robert Bauval en Graham Hancock, ISBN 90-5121-646-7 uit 1996.
Wetenschap bereikt het volk blijkbaar niet of veel te weinig.
Na het bestuderen van deze vijf werken besloot ik een poging te doen om van deze werken een uittreksel te maken, waarin ik probeer om op een populaire wijze hun inhoud bij een breed publiek neer te leggen en kenbaar te maken.
Het is treurig dat het overgrote deel van de wereldbevolking geen idee heeft over het belang en de oudheid van de eerste menselijke superbeschavingen die nu pas voorzichtig zichtbaar worden voor de wetenschappers en die het met ons trachten te delen.
Onder de titel ‘Hoe oud is de Nijl?’ probeer ik deze vijf boeken tot de essentie terug te brengen. Dit gaat vele jaren duren en zal vaak onderbroken worden door acute schrijfnood.
